De bever is een groot knaagdier dat veel in het water leeft. Zijn lichaam is hierop aangepast: hij heeft een geschubde afgeplatte staart en de achterpoten hebben zwemvliezen. Daarnaast kan een bever de neus en oren afsluiten tijden het zwemmen. De tanden van een bever zijn sterk en blijven altijd doorgroeien: ze hebben sterke tanden nodig om door bomen te knagen.
Bevers leven in kleine groepen bestaande uit een mannetje en vrouwtje en hun laatste twee worpen: nadat bevers geboren zijn, blijven ze zo'n twee jaar bij hun ouders voordat ze zelf hun eigen leefgebied gaan zoeken.
Kenmerkend aan de bever is dat ze burchten bouwen in het water van takken. Een burcht heeft een ingang onder water en verschillende kamers boven water. Omdat de ingang onder water is, kunnen roofdieren niet in de burcht komen.
Een bever eet planten. Wat hij eet, is afhankelijk van het seizoen: in de zomer meer groene plantendelen en in de winter meer twijgen en schors. Een belangrijke vijand van de bever is de wolf.
De bever was uitgestorven in Nederland o.a. door de jacht vanwege de vacht en het bevergeil dat ze uitscheiden en verwerkt werd in parfums. Sinds 1988 zijn bevers opnieuw geïntroduceerd in Nederland, o.a. in de Biesbosch. Hoewel het nu redelijk gaat met de bever in Nederland, staat de bever nog steeds op de rode lijst: de lijst met dieren die in hun voortbestaan bedreigd worden.
Photo Credit: Lara Mercer Photography and Elstad Ranch via Compfight cc
Copyright © 2014-2023 Zeg BV Privacy Policy