Hagedissen behoren tot de schubreptielen, net als slangen. Slangen zijn ontstaan uit een groep van de hagedissen. Hoewel er veel verschillende soorten hagedissen zijn, hebben ze over het algemeen dezelfde bouw: een lang afgeplat lichaam met een lange romp en staart en vier goed ontwikkelde poten die zijwaarts staan, waardoor de buik over de grond sleept. Ze hebben meestal een groene of bruine kleur. De kleine hagedissensoorten zijn maar enkele centimeters lang en de grootste, de komodovaranen, kunnen meer dan drie meter lang worden.
Hagedissen zijn koudbloedige dieren, dat wil zeggen dat ze de zon nodig hebben om hun lichaam op te warmen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de zoogdieren. Hun huid is bedekt met schubben, die bescherming bieden en isoleren. Hierdoor kan een hagedis echter niet zweten om af te koelen. Ook genezen wonden aan de huid langzaam omdat alleen tijdens het wisselen van de huid deze hersteld wordt.
Als hagedissen nog klein zijn, vervellen ze regelmatig. Als ze ouder zijn, vervellen ze minder vaak. Slangen vervellen in een keer, maar hagedissen doen dit geleidelijk. Hun nieuwe huid hoeven ze ook niet te laten uitharden.
Hagedissen zijn niet zo kieskeurig wat betreft hun voedsel. Over het algemeen zijn het vleeseters en ze eten alles wat klein genoeg is. De meeste hagedissen zijn klein en eten slakken en insecten en de grootste soorten eten knaagdieren of vogels. De komodovaraan jaagt soms wel op grote dieren, zoals buffels en er zijn gevallen bekend waarbij ze mensen aanvielen.
Hagedissen zijn zelf voedsel voor vogels, slangen en zoogdieren. Daarnaast vormen grotere hagedissensoorten ook een gevaar. Het grootste gevaar is echter de mens die zijn leefgebied bedreigd.
Hagedissen planten zich voort middels eieren. Bij sommige soorten komen deze eieren al uit in het lichaam van de moeder. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij de levendbarende hagedis die ook in Nederland voorkomt. Vanwege de koudere temperatuur hier kunnen de eieren niet buiten het lichaam uitkomen.
Bekende hagedissensoorten zijn gekko's, de kameleon, die zelfs van kleur kan veranderen, de leguaan, die ook wel boomkip heet in Suriname, vanwege het vlees dat naar kip zou smaken, en de varanen.
In Nederland komen vier soorten voor: de eerder genoemde levendbarende hagedis, de zandhagedis, de muurhagedis (alleen in Limburg) en de hazelworm, die vaak verward wordt met een slang omdat deze hagedis geen poten heeft.
Copyright © 2014-2023 Zeg BV Privacy Policy