IJsberen zijn een van de grootste beren en behoren tot de grootste roofdieren die voorkomen op land. Ze komen voor op de noordpool. Op Groenland komen ze aan zowel de west- als oostkust voor. Af en toe belandt een verdwaalde ijsbeer op IJsland.
Ze zijn goed aangepast aan het leven in de extreme kou: ze hebben een vacht en speklaag die hun goed beschermd. Daarnaast kunnen ze goed zwemmen en hebben ze geen last van het koude water. Ook hun voeten zijn aangepast aan het leven op de noordpool. Hun zolen zijn behaard zodat ze niet uitglijden op het ijs.
Een ijsbeer kan zeer groot en zwaar worden. Mannetjes worden tot wel 2,6 meter lang en vrouwtjes tot wel 2 meter lang. Een mannetje kan tot wel 800 kilo zwaar worden. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, zijn de haren van een ijsbeer niet wit, maar doorzichtig. De kleur van de vacht hangt af van de tijd van het jaar en de hoeveelheid vuil in de vacht en is gelig wit tot grijs.
Het voedsel van ijsberen bestaat voornamelijk uit zeehonden. Ze kunnen lang bij een ademgat van zeehonden wachten totdat ze te voorschijn komen. Wat ze ook doen, is een zeehond besluipen. Hun kleur maakt ze dan moeilijk zichtbaar op het ijs en met hun snelheid kunnen ze de zeehond verrassen.
IJsberen worden bijna nooit ouder dan 25 jaar en de meeste worden 15 tot 18 jaar oud. In gevangenschap worden ijsberen soms ouder. De oudste ijsbeer in gevangenschap is 43 jaar oud geworden.
In gevangenschap gaan ijsberen, en ook andere dieren, door verveling steeds dezelfde rondjes lopen en dezelfde bewegingen maken. Hier is onze uitdrukking ijsberen van afgeleid.
Photo Credit: ST33VO en davedehetre via Compfight cc
Copyright © 2014-2024 Zeg BV Privacy Policy