Kangoeroe

Kangoeroes zijn buideldieren die oorspronkelijk voorkomen in Australië en Nieuw-Guinea. Buideldieren brengen hun jongen groot in hun buidel. Kangoeroes hebben grote achterpoten. Hierdoor kunnen ze hoog en ver springen. Ook hebben ze een lange staart.

Er bestaan verschillende soorten kangoeroes. De grootste soort is de rode reuzenkangoeroe. Het mannetje van deze soort kan wel 80 kg zwaar worden. Vroeger bestonden er meer soorten kangoeroes. Het feit dat de aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van Australië, jacht op ze maakten vanwege het vlees en de vacht, had geen noemenswaardige invloed op de populatie.

Met de komst van de Europeanen veranderde dit echter: ze namen een gedeelte van het leefgebied van de kangoeroe af door dit te gaan gebruiken voor landbouw en het houden van schapen.Kleinere soorten stierven hierdoor uit en de grotere soorten namen in aantal toe: er ontstonden namelijk gebieden met gras voor de productiedieren, die ook geschikt waren voor deze kangoeroes. Hierdoor worden deze kangoeroes als plaag gezien. Boeren doden daarom kangoeroes. Daarnaast worden ze gedood vanwege het vlees.

Kangoeroes zijn planteneters die gras en bladeren eten. Door het eten van grote hoeveelheden hiervan, krijgen ze ook vocht binnen, handig om te kunnen overleven in de droge periodes.