Krabben zijn kreeftachtigen. Anders dan bijvoorbeeld kreeften hebben ze geen zichtbare staart. Krabben hebben een lichaam dat afgeplat is en ze hebben een pantser dat ze beschermt. Ook hebben ze grijpscharen. Daarnaast is opmerkelijk dat ze zijwaarts bewegen.
De meeste soorten leven in de zee. Enkele soorten leven in zoet water en er zijn er ook die op land leven. Ongeacht waar een krab leeft, moeten ze voor hun voortplanting naar het water: krabben leggen hun eitjes in het water. Het aantal eitjes dat een krab legt, verschilt per soort: van honderden tot een paar miljoen. Uit de eitjes komen larven die nog niet de vorm van een krab hebben. De larven leven als plankton in de zee en ze doorlopen vervolgens verschillende stadia totdat ze de vorm krijgen van een volwassen krab. Volwassen krabben leven over het algemeen op de bodem van de zee.
De larven leven van kleine voedseldeeltjes in het water. Een volwassen krab eet meestal zowel planten als dieren. Zelf worden krabben o.a. gegeten door sommige schildpad-, wasbeer- en ottersoorten.
Ter verdediging heeft een krab schutkleuren waardoor hij minder opvalt. Als een krab toch opgemerkt wordt, zal hij eerder proberen te vluchten dan zijn scharen te gebruiken. Daarnaast wordt een krab beschermd door zijn pantser.
Het pantser van een krab groeit niet mee en moet zodoende om de zoveel tijd vervangen worden. Na het afwerpen van het pantser, is het nieuwe pantser nog zacht. De krab is hierdoor kwetsbaar. Paring is voor een vrouwtjeskrab alleen kort na het vervangen van het pantser mogelijk. Mannetjes ruiken wanneer een vrouwtje haar pantser gaan vernieuwen en zullen haar dan proberen te bewaken door de poten om het vrouwtje heen te houden.
Copyright © 2014-2025 Zeg BV Privacy Policy