De leeuw is één van de vijf grote katten en is op de tijger na de grootste. Vroeger was de leeuw bijna overal te vinden in Azië, Afrika, Azië, Amerika en Europa. De leeuw is een kwetsbare diersoort, hoewel je dat niet zou zeggen van zo'n sterk dier. Met name de afname van het leefgebied en conflicten met de mensen hebben gezorgd voor een grote afname van de leeuwenpopulatie. Tegenwoordig leven wilde leeuwen alleen nog in zuidelijk Afrika (onder de Sahara) en India. De leeuwen zitten wel in diverse dierentuinen over de hele wereld, met fokprogramma's.
De leeuw heeft een hoop kenmerken van een kat, maar is dan een stuk groter. Een mannetjesleeuw kan meer dan 250 kg zwaar worden. Wat wel echt een typisch kenmerk van de leeuw is, zijn de manen van de mannetjesleeuw. Dit maakt dit prachtige dier nog indrukwekkender. Het leven in het wild is niet makkelijk en leeuwen worden vaak niet ouder dan een jaar of 10. In dierentuinen worden ze vaak een stuk ouder. Een leeuw wordt gezien als een groot jager en vleeseter. Toch bestaat een groot deel van hun voeding uit kadavers die ze vinden van dieren die zijn gestorven door ziekte of een ander roofdier. Leeuwen zijn redelijk sociale dieren en ze leven vaak samen in groepen van een aantal vrouwtjes en hun jongen samen met één of twee volwassen mannetjes. Als ze gaan jagen doen de vrouwtjes van de groep dat vaak samen, terwijl de mannetjes op de kleintjes letten. Zeker in een groep kan de leeuw bijna iedere prooi aan, zelfs volwassen mannetjes dieren. Maar meestal kijken ze naar de beschikbaarheid en vangen ze vaak de makkelijkste prooi, zoals een jong of ziek dier. Dieren waar ze op jagen zijn bijvoorbeeld: gnoes, zebra's, herten, buffels, zwijnen en soms een enkele giraf.
Een volwassen leeuw heeft ongeveer 5 kilogram vlees per dag nodig en een mannetje 7 kilogram. Maar als ze honger hebben en een grote prooi hebben gevangen, kunnen ze een veelvoud daarvan eten. Behalve jagen, eten en voortplanten zijn de leeuwen wel luie dieren, want ze luieren en rusten meer dan 20 uur per dag.
De vrouwtjes in de groep planten zich voort met één of meerdere vaak dominante mannetje binnen de groep. De draagtijd van een babyleeuwtje is ongeveer 110 dagen. Een vrouwtjes leeuw krijgt haar eerste jongen vanaf een leeftijd van 4 jaar en per keer baart ze 1 tot 4 jongen. Dit doet ze buiten de groep en alleen. In de eerste periode zijn de welpjes erg hulpeloos en de eerste week kunnen ze nog niets zien. In die periode jaagt de leeuwin ook voor zichzelf. Na de eerste periode worden de jongen in de groep geïntroduceerd. Uiteindelijk zal maar 1 op de 5 jongen volwassen worden. Er is een grote kans dat ze omkomen van de honger of worden gepakt door een ander roofdier. Vaak worden de welpjes ook gedood als er een ander dominant mannetje in de groep komt.
De leeuwen communiceren met elkaar door verschillende geluiden, ze kunnen miauwen, sissen, knorren en natuurlijk brullen. Een leeuw kan heel hard brullen om zijn aanwezigheid kenbaar te maken in zijn territorium. Binnen de groep geven de leeuwen elkaar ook kopjes of likken ze elkaar. Dit zou je kunnen vergelijjken met vlooien zoals dat bij apen gebeurt.
De leeuw heeft altijd erg tot de verbeelding gesproken en dit komt naar voren in verschillende uitingen in onze taal en cultuur. In veel wapens komt de leeuw voor, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse leeuw. Ook in spreekwoorden komt de leeuw voor, zoals in "hart van een leeuw", wat betekent dat je heel dapper bent. Tegenwoordig worden leeuwen steeds minder gebruikt in circussen, maar gebruik van leeuwen is al oud: van de oude circussen in de Colosseum bij de Romeinen, tot aan de wereldberoemde shows van Siegfried & Roy in Las Vegas.
Copyright © 2014-2023 Zeg BV Privacy Policy