Otter

De otter is een marterachtige, die aangepast is aan het leven in het water. Hij heeft een gestroomlijnd lichaam zijn ogen, oren en neusgaten liggen boven op de kop waardoor ze boven het water blijven als hij zwemt. Daarnaast heeft hij zwemvliezen en dekharen die ervoor zorgen dat de otter een waterdichte buitenlaag heeft. Een volwassen otter is inclusief staart zo'n 80 tot 140 centimeter lang, met een staart van 30 tot 50 centimeter.

Otters kunnen het hele jaar door jongen krijgen, maar in Europa gebeurt dit meestal in de lente en de zomer. Een worp bestaat meestal uit 2 tot 3 jongen, maar dit kan maximaal 5 zijn. In gebieden waar veel otters sterven door het verkeer krijgt een vrouwtje meer jongen.

In het wild wordt een otter 3 tot 4 jaar oud, maar in gevangenschap kunnen ze wel 11 tot 15 jaar oud worden.

Een otter eet eigenlijk alles wat in het water voorkomt, maar voornamelijk niet al te grote vis van bij voorkeur maximaal 25 cm. Hoewel een otter genoeg heeft aan zo'n vier tot vijf vissen per dag, dachten mensen vroeger dat otters een bedreiging waren voor de visstand en zodoende werd er in sommige landen intensief op de otter gejaagd. Daarnaast heeft een otter schoon water nodig en vervuiling van het milieu heeft er mede voor gezorgd dat het slecht ging met de otter.

In Nederland was de otter zelfs uitgestorven. In 2002 zijn in Nederland otters opnieuw uitgezet en sindsdien zijn ook in andere delen van Nederland weer otters gesignaleerd, een teken dat de waterkwaliteit is toegenomen.

Otters komen in grote gedeeltes van Europa en Azië voor. Daarnaast zijn te ook te vinden in Noordwest-Afrika.