De struisvogel is de grootste loopvogel in de wereld. Hij is verwant aan andere grote loopvogels, zoals de emoe. Struisvogels komen nu vooral voor ten zuiden van de Sahara in Afrika. Vroeger kwamen ze ook ten noorden van de Sahara en in het Midden-Oosten voor, maar daar zijn ze uitgestorven.
Een mannetjes struisvogel wordt normaal gesproken zo'n 1,80 tot 2,10 meter hoog. Vrouwtjes worden iets minder hoog: tot 1,90 meter. De mannetjes hebben een zwart verenkleed met witte uiteinden. Vrouwtjes zijn grijsbruin (ook de kleur van onvolwassen dieren) met vuilwitte uiteinden.
Struisvogels kunnen hard rennen: hun topsnelheid is zo'n 70 km per uur, maar dit kunnen ze niet heel lang volhouden. Ze kunnen een snelheid van zo'n 50 km per uur wel langere tijd volhouden: ongeveer een half uur. Wegrennen is dan ook één van de manieren om te ontkomen aan roofdieren. Andere manieren zijn trappen en zich verbergen. Een struisvogel kan bijzonder hard trappen, dit is dan ook een geducht wapen. Met een trap kan een struisvogel een mensenbeen breken. Als een struisvogel zich verbergt, dan legt hij zijn kop en hals op de grond. Dit lijkt op de kop in het zand steken wat mensen denken dat de struisvogel doet, maar in werkelijkheid doet een struisvogel dat niet.
Het eten van struisvogels bestaat voornamelijk uit planten, maar hij eet ook insecten, kikkers, hagedissen en andere kleine dieren.
Struisvogels leven in kleine groepen en leggen 10 tot 15 eieren. Deze eieren zijn de grootste eieren die dieren leggen: ze wegen zo'n 1,3 kilo. Na 40 tot 45 dagen komen de eieren uit. De jongen zijn nestvlieders, dit betekent dat ze kort nadat ze uit het ei zijn gekomen, al zelfstandig kunnen lopen. De jongen verzamelen zich in een struisvogelcrèche en na negen maanden tot een jaar is een struisvogel zelfstandig. Hierna duurt het nog een paar jaar voordat de struisvogel zelf jongen kan krijgen.
Copyright © 2014-2024 Zeg BV Privacy Policy