De wasbeer is een kleine beer. Kenmerkend aan de wasberen zijn hun kop: het lijkt alsof ze een masker op hebben. Ook hun staart met ringen is opvallend.
De bekendste soort wasbeer is de gewone wasbeer. Deze komt veel voor in Noord-Amerika. Hij komt tegenwoordig ook in Europa voor, hoewel hij daar oorspronkelijk niet voorkwam. In de jaren dertig zijn ze ingevoerd in Duitsland en Rusland om op te kunnen jagen. Van daaruit hebben ze zich verspreid naar andere landen in Europa.
De gewone wasbeer kan zowel alleen als in kleine familiegroepen leven. De leefgebieden van groepen kunnen elkaar overlappen, maar die van alleenlevende mannetjes niet.
Gewone wasberen zijn niet kieskeurig wat betreft hun eten: ze eten bijna alles van vruchten tot insecten en vissen. Ze hebben zich aangepast aan het leven in een omgeving met mensen en eten bijvoorbeeld ook uit vuilnisbakken. Van nature zijn ze schuw, maar wasberen die zich hebben aangepast aan het leven in een omgeving met mensen kunnen heel brutaal zijn.
De gewone wasbeer is normaal gesproken 's nachts actief, maar hij kan ook overdag actief zijn. In tegenstelling tot sommige andere beren, houdt de gewone wasbeer geen winterslaap. Hij is wel minder actief bij koud en slecht weer.
Hoewel gewone wasberen hard kunnen rennen, lopen ze meestal langzaam, met hun kop vlak bij de grond. Ze kunnen ook goed zwemmen en klimmen.
Gewone wasberen worden meestal gemiddeld zeven jaar oud, hoewel ze in het wild soms wel zestien jaar oud kunnen worden. In gevangenschap kunnen ze zelfs twintig jaar oud worden. Belangrijke doodsoorzaken zijn het verkeer en de jacht: in het jachtseizoen in Noord-Amerika worden zo'n vier miljoen wasberen geschoten.
Copyright © 2014-2023 Zeg BV Privacy Policy