Een zeehond is helemaal aangepast aan het leven in het water. Op het land halen ze nauwelijks 2 kilometer per uur, maar in het water halen ze makkelijk 35 km per uur. Hun ogen zijn er ook voor gemaakt om onder water te kunnen kijken. Op het land zien ze slecht. Ze liggen wel graag op het land te rusten.
Zeehonden eten vis. Deze vinden ze met hun snorharen. Als het water troebel is, kunnen ze op deze manier ook op grote afstand voelen waar de vis is (tot op wel 100 meter afstand). Ze kunnen zelfs voelen hoe groot de vis is. Zeehonden eten niet specifiek één soort vis, maar ze hebben de voorkeur voor vissen die dicht bij de bodem leven. In tegenstelling tot sommige andere dieren, moet een jonge zeehond zelf leren jagen, zijn moeder leert dit hem niet. Daarom vallen jonge zeehonden vaak veel af voordat ze het jagen goed onder de knie hebben.
Een zeehond is helemaal aangepast om lang onder water te blijven en diep te duiken. Tijdens het duiken verlaagt de hartslag tot wel minder dan 1x per minuut, van normaal 40x per minuut. Bij weer bovenkomen gaat de hartslag naar wel 120x per minuut om het lichaam zelf weer van zuurstof te voorzien.
In Nederland komen zeehonden voornamelijk in de Waddenzee voor. Daarnaast zijn er zeehonden in de Ooster- en Westerschelde.
Copyright © 2014-2024 Zeg BV Privacy Policy