De pinguïn is een vogel die helemaal aangepast is aan het leven in zee. Vliegen kan hij dan ook niet meer. De vleugels zijn vinnen geworden en de veren vormen een waterdicht pak om de pinguïn warm te houden in het koude water.
Pinguïns leven niet alleen op de zuidpool. Sterker nog, alleen de Adéliepinguïn en keizerspinguïn wonen er. Daarnaast leven verschillende soorten op eilanden rondom de zuidpool. Maar ook op andere plekken zoals in Australië, Zuid-Afrika en zelfs dichtbij de evenaar op de Galapagoseilanden zijn pinguïns te vinden.
Pinguïns eten vis en krabbetjes. Grotere soorten eten ook wel inktvissen. Als een pinguïn is uitgekomen uit zijn ei, dan heeft deze een donzen verenpak dat niet waterdicht is. Hij kan daarom nog niet het water in en vader en moeder gaan om beurten de zee in om eten te halen.
De zwarte en witte kleuren van een pinguïn vormen een goede camouflage als deze zwemt in de zee. Van bovenaf valt de pinguïn door de zwarte kleur minder op in de donkere zee en van onderop valt de pinguïn door de witte kleur minder op tegen de lichte lucht.
Copyright © 2014-2025 Zeg BV Privacy Policy